ubertaal
Door: Connie
Blijf op de hoogte en volg Connie
23 Juni 2007 | Verenigde Staten, Evanston
…tot mijn verbazing staan er direct aan het begin 5 gebarentaalkopstukken bij mijn poster. Ze willen allemaal zien wat de uitkomst is van het onderzoek dat ik deed voor mijn scriptie. Het sluit prima aan op perceptieonderzoek dat is gedaan bij Britse gebaarders, een andere man zegt met één blik op de resultaten dat dit wel erg veel lijkt op intonatiepatronen in gesproken talen, een ander neemt zich voor hardop voor ons werk te citeren, en een vrouw die zich bezig houdt met het maken van praatrobots vindt er een argument voor een geintegreerd communicatiesysteem in. Ik sta nog een tijd te kletsen met een oude rot uit het ASL-onderzoek. We hebben het vooral over het idee of dorpsgebarentalen zoals Kata Kolok in een andere staat van ontwikkeling zijn. Het is een beetje mode te denken dat gebarentalen er allemaal zo’n beetje zoals Amerikaanse Gebarentaal uit behoren te zien, dus met werkwoorden die in de ruimte vervoegen voor ik-respecteer-jou en hij-kust-hem, classifiers die laten zien of het een mens, auto, vliegtuig, of dier is dat ‘gaat’, en met grammaticale locaties in de gebarenruimte die vervolgens met de personen in het verhaal geassocieerd worden zodat je er naar terug kunt verwijzen. Dit is een politiek artefact van het feit dat Amerikaanse Gebarentaal een van de eerste gebarentalen is geweest waar veel onderzoek naar is gedaan en waarvan de gebruikers zich het snelst hebben geemancipeerd. Mensen gebruiken het ‘zie je wel, net als in Amerikaanse Gebarentaal argument’ om te laten zien dat hun gebarentaal ook een echte taal is, zodat overheden sneller stappen zullen nemen om het doven makkelijker te maken. Maar Kata Kolok heeft die karakteristieke kenmerken die Europese gebarentalen hebben niet . Het gevolg is dan ook dat veel mensen (ook deze mevrouw) aannemen dat Kata Kolok nog niet zo ver ontwikkeld is, of dat de horende gebaarders in het dorp de ontwikkeling ervan tegenhouden. Ik krijg hier kriebels van omdat het een soort übertaal veronderstelt. Dit is een juk waar gebarentalen zich nog maar net van hebben losgerukt, dat wil zeggen het idee dat gesproken talen superieur zijn aan gebarentalen. Gek dat juist de gebarentaalwereld hier dan zo prat op gaat. Nog los van het feit dat Kata Kolok waarschijnlijk net zo oud is als Amerikaanse Gebarentaal, is er een duidelijk parallel met hoe men vroeger dacht dat Latijn een soort van ideale taal was en dat talen die geen naamvalsystemen hebben minder ontwikkeld zijn. (Soms zat hieraan zelfs de conclusie verbonden dat sprekers van talen met een relatief arme morfologie minder analytisch waren.) Echter nu we een beetje een overzicht beginnen te krijgen in de diversiteit van gesproken talen over de hele wereld, wordt steeds meer duidelijk dat wij in Europa msischien wel de minder complexe talen hebben. Denk maar aan het Engels dat slechts 2 vormen heeft voor het werkwoord in de tegenwoordige tijd of het nu enkelvoud of meervoud is (bijv like, likes). Tegenwoordig is er consensus dat talen misschien wel meer of minder complexiteit vertonen, bijvoorbeeld in het aantal en soort klanken, maar dat deze talen niet perse zich ontwikkelen tot een meer complexer systeem afhankelijk van de sociale structuur van de maatschappij waarin deze gebruikt wordt. Ik hoop dat mijn onderzoek naar een exotische gebarentaal kan helpen wat relatievering kan brengen in het veld van gebarentaalonderzoek: niet alle gebarentalen ontwikkelen zich tot een coca cola taal. En dat maakt het niks minder een (gebaren)taal.