De toekomst
Door: Connie
Blijf op de hoogte en volg Connie
27 Augustus 2011 | Indonesië, Singaraja
Nog voor het avondeten, nog voordat ik de gebruikelijk middagdouche heb gehad, en met een tasje oude t-shirts in de hand grijp ik de plooien van mijn rok bij elkaar en springachterop bij Ketut. We gaan op visite bij mensen die nog geen kilometer verder op aan de andere kant van de weg wonen. Het gebetreft een gezin met vier dochters uit een naburig dorp dat recent in Bengkala is komen wonen. Hun huis, weinig meer dan een bamboe hut met stenen vloer, wordt opringt doorjonge planten gepot in plastic zakjes, waarvan ik mango- en kruidnagelstekjes herken. Ketut, de moeder, en ik gaan zitten aan een stenen tafel. Een kleingebouwd meisje van zeven bespiedt ons van tussen een rieten wand. Terwijl ik klets komt ze te voorschijn met haar fiets en banjert tussen de planten door. Wanneer een groep sportmotorfietsen voorbijkomt razen deelt ze haar enthousiasme met een wijsgebaar en een luid geblaf. De ouders van het meisje kunnen in tegenstelling tot de mensen die oorspronkelijk uit Bengkala komen, geen gebarentaal. De communicatieve vaardigheden van het meisje staan daardoor in schril contrast met haar eveneens dove leeftijdsgenootjes die nu hun eerste woorden schrijven op het schooltje. De moeder geeft aan dat het een moeilijk kind is, dat niet wil luisteren. Ketut legt uiy dat een van de dove jongens , voordat ie naar school ging ook altijd kattekwaad uithaalde, maar dat ie nu nog steeds, ook van buren te horen krijgt dat het een brave jongen geworden is. Ondertusen probeer ik het meisje te verleiden tot interactie en vraag of ik haar fiets (met miniwieltjes) mag lenen. Ze kijkt verlegen weg. Ik vraag haar hoe ze heet, maar er volgt geen reactie. Ik zeg dat ik een toerist ben met een grote neus en wijs haar op de bobbel op mijn neus. Dan maak ik een gebaar voor het kuiltje in de wang, eerst op die van mij dan op die van haar. Haar hand voelt haar eigen wang en ze lacht nu. Terwijl ik het zwarte tasje met de kleren openmaak heft ze haar kin nieuwsgierig. Een voor een benoem ik de kleuren van de t-shirts. T-SHIRT ROOD, T-SHIRT WIT, T-SHIRT ZWART, T-SHIRT …net als die van mij! , gebaar ik. Het is werkelijk een wonder om te zien hoe haar blik open gaat bij het zien van juist de gebaren. Wanneer we vertrekken kijk ik nog een laatste keer om. Ik zie de brede glimlach weer en dan toch een eerste gebaar: DAG-DAG! Ik zucht. Over een aantal weken mag het meisje ook voor het eerst naar het dovenschooltje komen, wanneer haar oudere zus ook mee kan komen voor een gevoel van veiligheid. Ik ben heel erg benieuwd wat er gaat gebeuren wanneer deze ondeugende dame de kans krijgt haar koppie te gebruiken.