Marakesh
Door: Connie
Blijf op de hoogte en volg Connie
01 Juni 2008 | Marokko, Rabat
Het regent dat het giet wanneer ik Nijmegen verlaat. Onder het afdak krijg ik tot drie keer de vraag of ik soms ook naar het politicologencongres ga, dat neem ik maar als compliment. Een taxi-chauffeur met Marokkaans uiterlijk en Nijmeegs accent wijst me vriendelijk op de taxi die aan de overkant straat staat. In een roomkleurige auto met beslagen ruiten zitten een stelletje uit Utrecht en een Amsterdammer met blond haar, gebruinde huid, sproeten en felblauwe ogen. Flitsen, donders, en plassen water op weg naar Weeze. De taxichauffeur cart stevig door. Ik lunch samen met het stelletje. Zoals gewoonlijk krijg ik de vooronderstelling dat ik vegetarier ben (ooit eens een paar jaar geweest maar de flair is er nooit helemaal vanaf gegaan, blijkbaar). Het meisje zegt dat ze geen vlees wil eten omdat ze het er niet mee eens is hoe dieren in Marokko geslacht worden. Eigenlijk weet ik zelf niet eens hoe wij in Nederland dieren slachten, ik vraag me af of het minder wreed zou zijn dan in andere landen. Bij het inchecken heeft ze 6 kilo overbagage, haar vriend zucht tegen mij. Ik wacht even, maar wordt afgeleid door een kaartje waaruit ik kan opmaken dat Weeze dichterbij Nijmegen ligt dan Eindhoven. Én je betaalt minder vluchthavenbelasting. Ik heb nog steeds een dubbelgevoel bij vliegen op zulke korte afstanden. Toch werd mij onlangs nog verzekert dat je beter 10 keer de wereld rond kunt vliegen, dan een kind nemen. Uit milieuoverwegingen welteverstaan.
In het vliegtuig kun je plaatsen kiezen, dus ik ga voor een type met baard die al 4 jaar op reis blijkt te zijn. We delen mijn eierkoeken. Het is een Australier, die met name in (Oost-)Europese landen en Noord-Afrika gereisd heeft. Tussendoor werkte hij periodes in de horeca van London en Dublin, om geld bij te verdienen. Hij heeft gewerkt als natuurgids in onder andere in het Schwarzwald, de Franse alpen en in de Australische outback. Hij vertelt twee even geloofwaardige verhalen over zijn zwaar verminkte onderbeen. In een ervan is het een krokodil die in zich er in vastbeet, het andere vertelt het verhaal van een jongetje van 7 die omver werd gereden door een four-wheel-drive. We vergelijken de stempels in elkaars paspoort, de mijne zijn kleurrijker. In de bus naar het centrum kom ik de Amsterdammer weer tegen die wederom heel behulpzaam is. Ook Kamin heeft de bus gevonden en uiteindelijk stellen we voor om dan maar samen een kamer te delen. Hij waarschijnlijk vanwege het geld, ik eerlijk gezegd vanwege de prachtige verhalen. We vinden een hotel in een rustiger straatje vlakbij het grote plein van Marakesh: Djemma el Fnaa.
Na een douche gaan we snel op verkenningstocht. Eerst over het plein vol sinaasappelsapkramen, waarvan uit de mannen naar je zwaaien. De geur van knoflookolijven, warme grillluchten en Arabische ritmes komen me te gemoet. Ik zie weinig mannen met baarden en minder vrouwen met hoofddoeken dan verwacht. Op het plein staan slangenbezweerders. Volgens Kamin zijn de tanden uitgetrokken en is dit onnatuurlijk wreed. Ik speel advocaat van de duivel en vraag me af of dit niet een parasitische relatie tussen twee dieren zoals die wel vaker voor komt in de natuur. We besluiten uiteindelijk dat de mens die slang niet nodig heeft om te overleven en dus de keuze heeft om hem niet pijn te doen en misbruiken. We eindigen in een Berbers restaurantje en kletsen over cultuurverschillen, en de genoegens van het alleen reizen.
Dag 2
Na een croissant en kop mintthee lopen we richting de Koutoubia. De toren van deze moskee is vanuit veel punten van Marakesh te zien. In de muren nestelen duiven (pigeons). We lopen door een parkje en stoppen om te ruiken aan eucalyptusbomen (gum trees), citrusbomen, en rozen. Er nestelen van die vogels die babietjes brengen (storks). We lopen door naar het gebiedje met vele werkplaatsen (souk) en verdwalen om de haverklap, totdat we uiteindelijk bij het museum van Marakesh uitkomen en bij een oude, openbare badplaats. Een man die er bijzonder stoned uit ziet en naar alcohol ruikt probeert ons wijs te maken dat de koranschool gesloten is terwijl we voor de geopende deuren ervan staan. Omdat ik samen met Kamin op stap ben word ik geen enkele keer aangesproken. De man als aanspreekpunt. Handig. En wanneer hij er in zijn Arabisch niet uitkomt, neem ik het in het Frans over. Plannen, voed- en rustmomenten gaan vanzelf. In een soort snackbarretjes kun je heerlijke linzenprut met brood eten. Aangevult met noten, dadels en vers citrussap van kraampjes een prima dieet.
In bijna alle gebouwen waar ik kom zijn er prachtige mozaieken, maar vooral de vele doorkijkjes zijn onwijs mooi voor fotoshoots. We lopen naar de guelliz-wijk, die heel modern is. Terug met donkere wolken, zwermen zwaluws, rode avondzon en frisse bries. In het hotel kletsen we over uitheemse Australische soorten die pesten vormen: huis-, tuin- en keukenkatten die in 2 generaties 2 keer zo groot zijn geworden en vogeltjes doden voor de lol, padden zo groot als een voetbal waarvan het slijm hallucinerend werkt (een likje pad op feestjes? jekkie bah!). Weliswaar geen pest maar wel heel bijzonder: de boxkwal; het giftigste dier op aarde. We kletsen nog even over de gelijkenis tussen bedreigde diersoorten en bedreigde talen, maar vallen erbij in slaap.
Dag 3
Ik haal om half acht ‘s ochtends mijn collegaatje Victoria op bij haar hotel. Zij heeft een proefschrift geschreven over een vergelijkbare gebarentaal als Kata Kolok, maar dan in een Ghanees dorp. Nu werkt ze in Mali. We besluiten dat we alleen al een paper moeten schrijven samen omdat het zo goed rijmt. Vandaag zinnige dingen leren, op een workshop over het vormen van gebarentaalcorpora (taaldatabases). We zijn de grootste workshop in een conferentie die in het totaal precies 1111 deelnemers trok. Gebarentaalcorpera zijn een relatief nieuw fenomeen, en door de technische ontwikkelingen is er steeds meer mogelijk. Omdat er nog niet echt een standaard voor is zijn de praatjes die van vernieuwers en aanpakkers. Mensen die methodologische keuzes durven maken. Ik krijg er aanpakkriebels van.
-
01 Juni 2008 - 16:19
Herbert:
Een voordeel van samenreizen: Je komt zelf ook eens op de foto! Prachtige gebouwen. Veel plezier!
H -
01 Juni 2008 - 20:26
Mama:
Hoi Connie,
Ik dacht al waar blijft ze op haar blog.
Leuk dat je zelf ook op de foto's staat in black and white!!!
Kijk je wel uit daar in den vreemde en pas goed op jezelf!
liefs mama -
01 Juni 2008 - 20:46
Papa:
Vervelend al weer een congres. Het valt zo te zien niet echt mee de hele wereld af te reizen.
Ik hoop dat alles goed af loopt. -
02 Juni 2008 - 11:16
Anemone:
Hai Connie,
wat een prachtige beschrijving! Het zou zo het begin van een roman kunnen zijn.
Geniet van alles! Ik geniet vanuit het 'saaie Engeland' met je mee!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley