Actie Kleed Bali / Dovenschooltje - Reisverslag uit Singaraja, Indonesië van Connie Vos - WaarBenJij.nu Actie Kleed Bali / Dovenschooltje - Reisverslag uit Singaraja, Indonesië van Connie Vos - WaarBenJij.nu

Actie Kleed Bali / Dovenschooltje

Door: Connie

Blijf op de hoogte en volg Connie

16 Februari 2008 | Indonesië, Singaraja

Voordat ik vertrok heb ik, zoals de meesten van jullie weten, geld verzameld om hier kleding te kopen voor de dove mensen. De reden hiervoor is dat mensen mij hier vaak vragen om kleding, omdat dat dat een van de dingen is die zij zich niet vaak kunnen permitteren. In eerste instantie wilde ik dus kleding meenemen uit Nederland, maar dat bleek heel kostbaar te worden want voor overbagage moet je grof betalen. KLM en hun ontwikkelingshulporganisatie Wings for Support konden mij ook niet verder helpen. Toen bedacht ik me dat ik door hier in lokale winkels kleding aan te schaffen juist de Balinesen dubbel help. Zo stimuleer je namelijk ook de plaatselijke economie. Mijn oproep aan familie en vrienden bracht in het totaal maar liefst 295 euro op. Omgerekend naar Indonesische Rupiahs heb ik het bedrag zelf (omhoog) afgerond naar 4,2 miljoen. En daar heb je hier natuurlijk heel wat voor. Ik heb met name de kinderen verwend. Namelijk met ieder een nieuw paar schoolschoenen, en ook voor alle vier van de dove leerlingen een horloge (ze beginnen nu met kloklezen) en een degelijke, felgekleurde schooltas. De kinderen hebben tevens nieuwe schooluniformen, en gymkleding gekregen. Ook heb ik ze een nieuw stel kleding cadeau gedaan. Voor de dove mannen heb ik 22 polo-shirts gekocht en voor de vrouwen allerlei leuke truitjes (25 stuks). De shirts en truitjes waren allemaal ongeveer hetzelfde geprijsd om jaloezie te voorkomen. Ieder kledingstuk kostte ongeveer twee daglonen (een dagloon is anderhalve euro). Zoals je je misschien kunt voorstellen waren de mensen echt heel blij met alle cadeaus. Ik voel me zelf ook bevoorrecht dat ik namens jullie hier een glimlach op het gezicht van mensen mag toveren. Zeker als je ziet dat bij de meeste mensen niet meer binnen ligt dan een matras en een stapeltje kleren en 3 stuks speelgoed. En nu dus een iets hoger stapeltje!

Nu ik dan toch over de leuke bijzaken heb van mijn aanwezigheid hier, wil ik jullie ook graag op de hoogte brengen van de vorderingen op het dovenschooltje dat ik samen met de mensen hier heb opgezet. Eerst een stukje historie. De eerste stapjes van het dovenschooltje werden gezet in de zomer van 2006, toen ik hier voor het eerst een paar weken was. Het bleek allemaal niet zo simpel, want om een school op te zetten moet je natuurlijk wel alle papier op orde hebben. In Nederland mag je ook niet zomaar iets beginnen. We gaven dus stiekem thuis les en zijn letterlijk begonnen met een white-board onder de carport. Het project modderde zo wat aan vooral omdat onze docent (horende man uit het dorp die dus ook de gebarentaal kan) zich niet prettig voelde bij deze illigale status. Het kwam neer op een soort zondagmiddagproject dat steeds een premature dood stierf als ik naar Nederland vertrok. Als ik dan na een paar maanden weer terugkwam waren de leerlingen dan ook natuurlijk weer alles vergeten. Na een jaar aanmodderen bleek dat een van de horende basisscholen van het dorp interesse had om de dove kinderen bij het onderwijs te betrekken. Toen hebben we samen met hen, het dorpshoofd en de directeur van de dovenschool in Singaraja (dichtsbijzijnde grote stad) een voorstel geschreven om een dove klas op te richten. Het voorstel werd gelukkig geaccepteerd door de overheden. Deze inkadering gaf het project eindelijk de benodigde (infra)structuur. De dove leerlingen kregen schooluniformpjes en wij een leslokaaltje op het schoolcomplex. Iedere dag worden presentielijsten getekend, ook door de docent. Vanuit Jakarta kwam vervolgens geld om het lesgebouwtje te renoveren. Nu hebben we dus anderhalf jaar na de eerste stapjes een iets groter klaslokaal, electriciteit (licht!) en ook gewoon verf op de muren. Ook hebben we nieuwe tafels en banken gekregen. Er wordt 6 dagen in de week lesgegeven van 07:30 tot 10:00. Dat is normaal voor kinderen die voor het eerst naar school gaan hier. In de lessen richten we ons op het lezen en schrijven van het Indonesisch, en leren rekenen. En de kinderen krijgen les in hun eigen gebarentaal, hun moedertaal. Dit beklijft sowieso beter dan lessen in een andere taal. De dove kinderen hebben nu een krap vocabulair van 50 woorden en dat heeft veel moeite gekost aangezien zij uiteraard niet kunnen spreken, en hun ouders zijn ook analfabeet. Ze kunnen deze woorden zogenaamd vingerspellen met het internationale handalfabet, en ook lezen en schrijven. Tevens leren zij nu rekensommen maken, alleen nog optellen en aftrekken. Sinds kort zijn we ook begonnen met het leren van kleine zinnetjes, kloklezen en de topografie van Bali. Onlangs nog kregen we mensen van de Balinese overheid op bezoek, zij waren zeer te spreken over het project. Voorlopig krijgt de docent, die tevens mijn assistant is hier, betaald door het Max Planck Instituut, maar uiteindelijk wil ik graag een project dat op zichzelf staat en met lokale middelen kan blijven bestaan. Nu hebben we dus een aanvraag gedaan voor een salaris voor een docent Speciale Educatie, maar dat is nog wel even afwachten. Ook heeft een Balinese kerk interesse getoond om betrokken te raken bij het project. Ik denk dat dat ideaal zou zijn, omdat zij ook makkelijk op bezoek kunnen gaan bij de school en in de gaten houden waar het geld blijft. Ik hoop over nog eens dik 1,5 jaar (wanneer ook mijn eigen budgettering ophoudt) het project achter te laten op een manier dat het zelfstandig kan blijven bestaan.
Ik krijg nog regelmatig de vraag waarom we onze leerlingen niet gewoon naar de dovenschool in Singaraja sturen. Er zijn hiervoor een aantal redenen op te noemen. De meest praktische is dat hun ouders geen geld hebben voor het vervoer, de kleding, het eten buiten de deur etc., maar dat is eventueel op te lossen door kinderen individueel te laten sponsoren door mensen in Nederland bijvoorbeeld. Sommige tieners gaan zo naar SLB Jimbaran in het Zuiden van Bali. Echter het onderwijs in deze zogenaamde SLBs is niet echt om over naar huis te schrijven. De belangrijkste focus van het onderwijs is om de dove kinderen zeg maar horend te maken. Voor de lol krijgen ze bijvoorbeeld muzieklessen. En een groot deel van de energie gaat naar de zogenaamde artikulasilessen waarbij een docent gefrustreerd met een aanwijsstok om zich heen slaat. Probeer bijvoorbeeld maar eens te visualiseren hoe je de klank ng in een woord als mangga ‘mango’ maakt. De kinderen komen niet verder dan dat het iets achter in de keel is en proberen maar wat varierend tussen de k en de Engelse g. Dit alles om te leren spreken met horende mensen. En laten we eerlijk zijn, het klinkt bij veruit het grootste deel van de mensen die jong doof geworden zijn uiteindelijk nog helemaal nergens naar. Terwijl een groot deel van deze energie ook kan gaan in het leren van echt nuttige dingen, lezen bijvoorbeeld zodat je nieuwe informatie tot je kunt nemen, rekenen zodat je later in een winkel kunt werken of econoom kunt worden. De boodschap duidelijk krijgen aan horende mensen zouden ze efficienter kunnen via schrijven, en in veel situaties kom je ook een heel eind met nonverbale communicatie. In het onderwijs wordt gebruik gemaakt van het Indonesische gebarensysteem (System Isharet Bahassa Indonesia), dat in Jakarta verzonnen is. Het is ook geen echte taal, maar het zijn gebaren die gebruikt worden ter ondersteuning van spraak. Van de enkele tieners uit ons dorp die wel naar het reguliere onderwijs gaan, blijkt dat deze gebaren een grote invloed hebben op hun kennis van het Kata Kolok. Ze beginnen gebaren uit hun moedertaal te vergeten en gebruiken gemengde structuren. Uit vergelijkbare situaties in Thailand en de Verenigde Staten (waar de horende en dove dorpelingen ooit ook dezelfde gebarentaal gebruikten) blijkt dat zo de oorspronkelijke gebarentaal onder druk van de nationale gebarentaal kan verdwijnen. Afgezien van het feit dat ik dat persoonlijk jammer zou vinden, heeft dat ook allerlei nare praktische gevolgen. De horende mensen zullen de gebarentaal niet (zo snel) kunnen oppikken en de communicatie tussen horenden en doven zal aanzienlijk verslechteren. En dat terwijl de identiteit van mensen hier erg afhankelijk is van hun plaats in de clan en het dorp. Bovendien zullen de doven in het dorp daardoor afhankelijk worden van professionele tolken. En voor zover ik weet is er niet eens een gebarentolkopleiding in Indonesie!

  • 16 Februari 2008 - 09:16

    Papa:

    Connie, een mooi bewogen relaas zo zie je dat je met veel geduld en initiatief veel zaken positief kunt beinvloeden. Nu nog even de fundamenten leggen voor de nieuwe doven school en je naam is vastgelegd voor het nageslacht.
    Trouwens hardstikke fijn dat je met een relatief klein bedrag zulke leuke/fijne dingen kunt doen voor de lokals.
    Dat geeft je indirect natuurlijk een super goed gevoel.

  • 16 Februari 2008 - 11:17

    Anemone:

    Hai Connie,
    ik heb bijna de tranen in mijn ogen staan van je verhaal en de bijgevoegde foto's!
    Geweldig dat een PhD project zoveel goeds teweeg kan brengen!
    Ga zo door!
    veel groetjes,
    Anemone

  • 23 Februari 2008 - 06:06

    Connie:

    hoi anemone, long time no see. volgens mij kun je trouwens ook zonder PhD heel veel goeds doen (en waarschijnlijk zelfs beter).

  • 08 Maart 2008 - 23:53

    Han:

    Met dank aan de klm dus; wat je nu gedaan hebt met die kleding lijkt mij ook beter dan het meesjouwen van gebruikte kleding vanuit Nederland.

    Het is te hopen dat de dovenklas kan blijven bestaan. Goed leren lezen en schrijven is heel belangrijk net als goede beheersing van de eigen gebarentaal. Wat er na die basis gedaan moet worden hangt er denk ik ook van af of de mensen voornamelijk contact hebben met andere inwoners van het dorp, of toch ook veel met mensen buiten het dorp. Ik kan me voorstellen dat het dan handig is een "grotere" taal te kennen, zelfs wanneer je kunt communiceren dmv schrijven. Dat is in de dagelijkse omgang toch een beetje een gedoe.
    Ook al klinkt het inderdaad vaak niet geweldig, toch is het mijn ervaring dat het in de "communicatie in het voorbijgaan" behulpzaam kan zijn wanneer de dove enigzins kan articuleren. In combinatie met liplezen kunnen eenvoudige boodschappen worden uitgewisseld zonder op zoek te hoeven naar een pen.
    In de praktijk moet in veel gevallen een (extra) inspanning gedaan worden door de doven om communcatie met horenden mogelijk te maken. Het mooie van dorpen als deze is dat het lijkt dat er wat dat betreft meer evenwicht is.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Singaraja

Mijn eerste reis

Onderzoek naar Kata Kolok, een gebarentaal in een klein dorp op Bali, Indonesie.

Recente Reisverslagen:

08 September 2011

Winnaars

01 September 2011

Een naamgebaar

01 September 2011

Trouw

27 Augustus 2011

De toekomst

26 Augustus 2011

Update dovenschooltje
Connie

Onderzoek naar Kata Kolok, een gebarentaal in een klein dorp op Bali, Indonesie.

Actief sinds 24 Juli 2006
Verslag gelezen: 572
Totaal aantal bezoekers 223657

Voorgaande reizen:

01 Augustus 2006 - 30 September 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: