myth busters
Door: Connie
Blijf op de hoogte en volg Connie
21 Januari 2009 | Indonesië, Singaraja
We hebben een afspraak met de klian adat, zeg maar het cultureel dorpshoofd. Vijftien jaar geleden is hier door een anthropoloog een opname gemaakt van een priester die in trance gebarentaal gebruikte. Ongelooflijk aangezien men in dit dorp niet eens gebarentaal zou kunnen. De interpretatie tot nog toe was dan ook die van een dove god. Interessant, aangezien goden uiteraard niet vaak gebreken hebben. Volgens sommigen kost het veel tijd voor een gemeenschap om een dergelijk cultureel concept te ontwikkelen. En door sommigen werd dat tevens als argumentie gebruikt voor het idee dat Kata Kolok ook al zeker 8 eeuwen oud is. Het is namelijk minstens 12 eeuwen geleden dat de Bengkalese gemeenschap na een malaria-epidemie uit Sinabun vertrok. Mochten jullie mijn scepsis/verwarring nog niet hebben zien doorsijpelen….ik wil eigenlijk wel eens weten hoe het allemaal zit.
Pats! Een tik op mijn kont. Er staat een rode plastic stoel achter me. Ik glimlach naar de vrouw van de klian: zeker 60 jaar met uitstraling, en pit! Haar man heeft weinig tijd voor ons dus steekt gelijk van wal. Ondertussen haalt het buurjongetje wat lekkers. Hij heeft het er nog eens met de priester over gehad, maar ze denken dat de god zelf toch niet doof is. Het is meer zoals jij een stoel gebruikt waarop je zit, en die god gebruikt de gebarentaal. (Ik doe net alsof ik dit begrijp, aangezien hij over niet al te lange tijd een ceremonie leiden moet. Maar wáarom gebruikt ie dan gebarentaal? om op te zitten? - het zal mijn gebrekkig gevoel voor Oosterse wijsheden wezen) Terwijl de man in hoog-Balinees verder oreert, schrijft mijn assistant ijverig twee kantjes (letter-formaat) vol met aantekeningen. (Hoe is die traditie dan ontstaan? Hoe kan het dat die priester gebarentaal gebruikt?) Als ik word aangespoord tot het nuttigen van mijn nescafe merk ik dat ik ben afgedwaald. Ik vraag Ketut om een vertaling. Het blijkt dat de trance in gebarentaal geen uitzondering is geweest, ieder half jaar 3 dagen voor Galungan komt ie voor. Half maart is het weer zover, en we zijn welkom om opnames te komen maken. (Cool!)
Hoewel de man zeer vriendelijk en uitvoerig is geweest, ben ik een beetje onbevredigd. Terwijl de klian snel zich wast en omkleedt klets ik nog wat met de buren op de compound. Voor Balinese begrippen haast hij zich voor de spiegel om zijn hoofddeksel om te knopen en scheurt weg op zijn scooter. Enkele minuten later horen we zijn gezongen gebed over de speakers die overal in het dorp hangen. Ik vraag hoeveel doven hier eigenlijk wonen in Sinabun. Twee man hier tegenover, en nog een vrouw daarzo. Mmm, ik zou hen eigenlijk wel graag even ontmoeten. Twee zijn er aan het werk op het land. Maar een oudere dove man staat net op het punt naar Denpasar te vertrekken met zijn zoon. Ik wuif naar hem, en hoewel een beetje warrig (zijn onderkin beweegt steeds een beetje, en hij kijkt steeds ergens anders), is hij niet verlegen. Het is een echte Balinees, wanneer we eenmaal aan het praten zijn, is binnen 5 minuten zijn levensverhaal op tafel. Hij heeft in de gevangenis gezeten. Hij had een vriendinnetje dat al getrouwd bleek te zijn, heeft ie haar boos met een mes gestoken. Toen werd ie opgepakt. Zes kinderen heeft ie, maar maar een zoon. Zijn vrouw is horend, iedereen is horend. Het is een gezellig gesprek, en vertrouwd. Een beetje té vertrouwd bijna. Ik ben inmiddels wel gewend om met doven uit allerlei regionen te kletsen, maar dit is wel echt complicatieloos. En lijkt verdomd veel op Kata Kolok! (Is het Kata Kolok? Lijkt het er genoeg op? Hoe kan dat dan? – eerdere berichten waren dat de doven uit Bengkala de doven uit andere regios niet konden begrijpen…) Ik vraag hem waar de priester precies woont. Ze zijn buren, en familie uiteraard. Net als die andere twee doven. Dat is in ieder geval één vraag beantwoord.
In mijn hoofd probeer ik de informatie een beetje te ordenen. Maar eigenlijk zijn er nu nog meer vragen. Eerst maar eens uitzoeken of en hoezeer de gebarentaal van deze kleine groep doven op Kata Kolok lijkt. En dan is de moeilijkste vraag: waarom? In een verdere discussie met mijn assistant blijkt dat mensen uit Bengkala bij allerlei ceremoniele plechtigheden nog steeds naar dit dorp moeten. Is dit soort sporadisch contact genoeg geweest voor deze enkele Sinabunese doven om beinvloed te worden door Bengkalese dove gemeenschap? Of lijken de gebarentalen slechts oppervlakkig op elkaar doordat ze gebaseerd zijn op de non-verbale communicatie die over heel Bali gewoon is? Of bestond de gebarentaal misschien inderdaad al in de tijd van Sinabun? Ik vind het bijna jammer, maar de verhalen van Bengkalese dorpsoudsten wijzen een andere richting in. Zeven generaties geleden werd het eerste dove kind geboren. En voor Balinezen zijn voorouders een wezenlijk onderdeel van hun leven, onder andere doordat ze dagelijks voor hun offeren en ze middels hen met de goden communiceren. Op basis van een oud artikel - midden jaren negentig is ancient history voor human genetics - deed ik onlangs dan ook samen met een bevriend taalgeneticus een herberekening: de mutatie van het dove gen blijkt hoogstens 100 tot 200 jaar geleden te zijn voorgevallen. *Tadatáta táta tada…tadatáta táta tada...myth busters!*
-
21 Januari 2009 - 15:08
Leen:
Wat een bijzonder verhaal!Ik wist niet dat je in trance gebarentaal zou kunnen spreken. Ik wou dat het waar was, dan wenste ik dat ik balinees zou kunnen spreken. Zoek eens uit of dat kan. Ik hoor het graag van je. -
21 Januari 2009 - 19:35
Anemone:
waauw.. dit klinkt naar een super vondst! Gaaf hoor. Ga zo door! -
21 Januari 2009 - 19:40
Mama:
Mooi verhaal! je krijgt er steeds meer vragen bij! Het ene roept het andere op. En zo is er steeds meer in het leven te ontdekken....Fijn dat je het er weer zo naar je zin hebt.
liefs mama -
21 Januari 2009 - 21:42
Onno:
Wat goed joh dat je buiten Het dorp hebt kunnen kijken! En wat een enorm compliment voor jezelf dat je daar zo'n heel levensverhaal kunt begrijpen -- in welke taal dan ook. Goed hoor. -
22 Januari 2009 - 09:36
Jitske:
Wat is een sapus? Sapo? Wat zijn sapi? -
22 Januari 2009 - 09:38
Jitske:
(Google toont plaatjes van een rundachtig beest, maar vraagt of ik een kogelvrij vest bedoelde) -
22 Januari 2009 - 13:16
Marcel:
Spannend!
Vraag van een enorme leek: hoe zit dat binnen Europa? Kan een dove uit Portugal een Nederlandse dove begrijpen?
(Zo ja, dan moet ik me misschien maar op de gebarentaal gaan storten in plaats van mijn verwoede pogingen Portugees te leren...) -
26 Januari 2009 - 03:08
Connie De Vos:
@Leen Ik vermoed dat deze pandetta gewoon gebarentaal geleerd heeft in de omgang met zijn dove familieleden. Misschien kun je een tweede (Balinese) vrouw trouwen?
@Jitske Indonesisch heeft geen meervouden, een correcte vertaling van sapi is ofwel koe danwel koeien. Tenminste het heeft geen vlekken en maar kleine uiers, maar eet wel gras en heeft uitstekende schenkels. Sapi dus.
@Marcel Portugese en Nederlandse doven gebruiken andere gebarentalen dus ze kunnen elkaar niet zomaar begrijpen. Maar doordat ze gewend zijn met mensen te communiceren die hen niet goed begrijpen, en door veel iconische (plaatjesachtige) gebaren te gebruiken, en door Engelse woorden te vingerspellen komen ze vaak een heel eind. Dat heet dat International Sign, hoewel de conventies ervan niet vastgelegd zijn. Zo kon ik bijvoorbeeld in Oekraïne binnen enkele uren al 20 Oekrainse gebaren, maar in 2 weken nog maar 5 woorden gesproken Oekraiens. Ik durf trouwens niet met zekerheid te zeggen dat gebarentaal je ook gaat helpen in de communicatie met Portugese horende mensen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley